Piccata kan je maken van allerlei soorten vlees. Belangrijk is dat je het vlees zo plat mogelijk slaat, voordat je het gaat bakken. Bij het bereiden van Piccata wordt het vlees (vaak kalfsvlees of kip) eerst gepaneerd en vervolgens in een soort citroen saus met kappertjes gebakken. Dat klinkt ingewikkeld. Maar hè: wij zijn L.A.M.P.! Als wij het kunnen, dan jullie toch ook?
Ingrediënten (4 personen)
4 kipfilets
4 eetlepels bloem
2 eetlepels boter
125 ml droge witte wijn
2 eetlepels kappertjes
1 bosje platte peterselie (grof gehakt)
1 limoen
Bereiding
- Leg de kipfilets tussen 2 stukken huishoudfolie en sla ze plat met een vleeshamer, deegroller of koekenpan
- Dep de filets goed droog en bestrooi ze met peper en zout
- Wentel de kipfilets door de bloem
- Verhit de boter in een koekenpanen bak de kipfilets om en om bruin. (iets langer dan 5 minuten, afhankelijk van de dikte van de kipfilets)
- Haal de kip uit de pan
- Voeg wijn toe aan de pan waarin de kip is gebakken en laat een paar minuten inkoken
- Voeg het sap van de limoen en de kappertjes toe en laat al roerend 2 minuten pruttelen
- Hak de peterselie niet al te fijn en voeg toe aan de saus
- Leg de kip terug in de pan en laat nog 5 minuten pruttelen